�����̨

De verschillende weilanden binnen het Utrecht Science Park worden behalve voor begrazing door schapen, koeien en paarden ook gebruikt voor voederwinning. Het is belangrijk om tijdens het groeiseizoen voldoende voer te winnen waar in de winter de dieren mee kunnen worden gevoerd.

“Om voer van goede kwaliteit te winnen zijn er veel dingen van belang. Het goede maaimoment kiezen is daar één van”, aldus coördinator van de Tolakker, Leonie Vernooij. “We zijn daarvoor erg weersafhankelijk.”

Het gras wordt door de medewerkers van de Veterinaire Algemene Dienst gemaaid, geschud (zodat het wat kan drogen) en geharkt (dan ligt het op banen klaar om verwerkt te worden). Daarna maken ze er balen van die ingepakt worden zodat het luchtdicht afgesloten is of het wordt gehakseld en in grote karren naar de Tolakker gereden waar een grote shovel het in een sleufsilo verdeeld en vast rijdt. Dan gaat er kuilplastic over en volgt luchtdichte afsluiting. We noemen het dan kuilgras. Doordat het gras luchtdicht wordt afgesloten vindt er conservering plaats. Dit is van groot belang om het gras te kunnen bewaren zonder dat het gaat rotten of beschimmelen.

Door fotosynthese zit er suiker in gras. Leonie: “Ja echt, zelfs in gras zit suiker.” In een goed geconserveerde kuil zetten melkzuurbacteriën suikers om in melkzuur. Hierdoor daalt de pH. Wanneer de pH laag genoeg is, stagneert de activiteit van de melkzuurbacteriën. Er is een evenwichtssituatie ontstaan, het bacterieleven komt tot stilstand. Dit is het belangrijkste proces in een kuil om het gras te conserveren. “Goed ruwvoer winnen is een bijzonder en mooi vak”, zegt Leonie.