Nieuwe kennis over bacteriën kan vaginale infecties voorkomen

Dr. Karin Strijbis

Verschillende bacteriën spelen een rol bij het ontstaan en de ontwikkeling van bacteriële vaginose, een bacteriële infectie van de vagina. Dat blijkt uit onderzoek van Celia Segui-Perez, Karin Strijbis en collega’s, deze week gepubliceerd in het tijdschrift mBio. De onderzoekers toonden aan dat een bacterie waar tot nu toe weinig over bekend was, bijdraagt aan bacteriële vaginose. Ook vonden ze een methode om schadelijke effecten van deze bacterie op de vaginawand te voorkomen.

Bacteriële vaginose komt veel voor, naar schatting bij tien tot vijftig procent van de vrouwen in Nederland. Het veroorzaakt klachten zoals jeuk, pijn en veranderde uitscheiding en kan leiden tot verminderde vruchtbaarheid, vroeggeboorte en een verhoogde kans op seksueel overdraagbare aandoeningen zoals HPV en HIV. Risicofactoren voor het krijgen van bacteriële vaginose zijn antibioticagebruik, het dragen van een spiraaltje, wassen met zeep, regelmatig seksueel contact en een verminderde weerstand. Ondanks de omvang van het probleem vindt er relatief weinig onderzoek plaats naar deze aandoening en de oorzaken ervan.

Schadelijke bacteriën onderzoeken

Bij bacteriële vaginose zijn veel schadelijke bacteriën aanwezig die zich aan de vaginawand hechten en de beschermlaag van deze wand afbreken. De schadelijke bacteriën vervangen de bacteriën die in een gezonde vagina de zuurgraad reguleren en de vaginawand gezond houden. De meest bekende bacterie die bijdraagt aan vaginose is Gardnerella vaginalis. Over andere schadelijke bacteriën was relatief weinig bekend, terwijl deze wel aanwezig zijn in een groot deel van de patiënten met vaginose. 

Uit het onderzoek van Strijbis en collega's blijkt hoe belangrijk het is om ook deze andere bacteriën te bestuderen. “In ons onderzoek keken we naar de unieke eigenschappen van de bacterie Prevotella timonensis. We vonden dat deze bacterie goed kan hechten aan de vaginawand en de beschermende slijmlaag kan afbreken waardoor die een belangrijke rol kan spelen in het ontstaan van bacteriële vaginose.”

Voorkomen en genezen

Het afbreken van de beschermlaag gebeurt door enzymen (sialidases) die de suikers uit deze laag afknippen. De activiteit van deze enzymen is een kenmerk van bacteriële vaginose en wordt gebruikt bij het vaststellen van de diagnose bij patiënten. De onderzoekers vonden dat de bacterie Prevotella timonensis deze enzymen uitscheidt. “In samenwerking met een groep in Harvard hebben we gevonden dat één specifiek enzym van Prevotella timonensis bij vrouwen met vaginose veel voorkomt”, vertelt Strijbis.

Links: vaginale cellen met in het groen de beschermende suikers van de vaginawand. Midden: de schadelijke bacterie breekt met een enzym de beschermende suikers af. Rechts: onderzoekers hebben het enzym uitgeschakeld waardoor de suikers aanwezig blijven.

Het onderzoek biedt hoop voor toekomstige behandeling van patiënten met vaginose. Strijbis: “We hebben aangetoond dat we dit enzym kunnen uitschakelen waardoor het geen schade meer aanricht aan de vaginawand. In de toekomst willen we deze techniek verder ontwikkelen om uiteindelijk in de kliniek te gebruiken voor het voorkomen en genezen van bacteriële vaginose.”