Jonas Lembrechts en zijn studenten brengen de biodiversiteit in Nederland in kaart
Op welke schaal zijn maatregelen het zinvolst?
Het is koud en modderig in De Driehoek, een stukje natuur op het Utrecht Science Park (USP). Jonas Lembrechts, onderzoeker in de groep Ecology and Biodiversity, en twee van zijn studenten hebben er net in kaart gebracht welke plantjes er groeien in kleine plotjes in het gebied. Door ditzelfde regelmatig en langdurig op heel veel plekken in Nederland te doen, hopen ze een goed beeld te krijgen van hoe de biodiversiteit verandert, en hoe deze wordt be茂nvloed door bijvoorbeeld stikstof en klimaatverandering. Lembrechts: 鈥淢idden in de winter de biodiversiteit meten lijkt misschien niet logisch, maar zo verzamelen we ook informatie over variaties in de seizoenen.鈥
Het project in Nederland is net gestart en nu nog beperkt tot een paar gebieden, waaronder het USP. Het plan is om uiteindelijk in heel Nederland een soortgelijke monitoring op te zetten. Op andere plekken in Europa loopt het project met de naam al zo鈥檔 vier jaar. Lembrechts heeft duidelijke plannen in Nederland. Lembrechts: 鈥淲e willen alle typische habitattypes in Nederland meenemen, zoals heidevelden, duingebieden en bossen. Maar we kijken ook graag naar onverwachte plekken, zoals hier op de campus of een stoep in de stad.鈥
We blijven monitoren, ook als er een parkeerplaats gemaakt wordt van een stukje groen.

De Driehoek
De Driehoek is een bijzondere plek op het USP. Al sinds 1975 wordt het gebied beheerd door studenten van de (UBV). De studenten kunnen er praktijkervaring opdoen met het doen van veldwerk en het beheren van een gebied. Ze voeren verschillende onderhoudstaken uit, zoals het baggeren van de vijver, het maaien van de bloemenrijke weide, en het kappen van bomen. Binnen De Driehoek is de stikstofproblematiek heel tastbaar voor de biologiestudenten: als er te lang wordt gewacht met het plegen van onderhoud, groeit het gebied al snel vol met stikstofminnende planten als brandnetel en braam.

Paddenstoelen en plotjes
Hoewel groots van reikwijdte, is het onderzoek eenvoudig van opzet. Overal wordt er op exact dezelfde manier gemonitord. De onderzoekers markeren steeds een plek door een staaf in de grond te steken. Daarnaast plaatsen ze een sensor die wel wat weg heeft van een paddenstoel. De sensor meet de temperatuur en hoeveel vocht er in de bodem zit. Daarmee krijgen de onderzoekers een goed beeld van de impact van het weer op de omgeving.
Vervolgens brengen de onderzoekers in kaart welke plantensoorten er groeien in een vierkante meter rondom de staaf. Ieder plotje op het Utrecht Science Park wordt elke drie maanden weer bezocht. Locaties in de rest van Nederland worden jaarlijks gemeten. Lembrechts: 鈥淲e blijven monitoren, ook als er een parkeerplaats gemaakt wordt van een stukje groen.鈥
Wat werkt er nou het beste om de biodiversiteit te beschermen?

Op kleine en grote schaal
Er is goed nagedacht over hoe de plotjes verdeeld zijn in de ruimte. De dichtstbijzijnde plotjes liggen 11 meter uit elkaar, maar de afstanden tussen de plotjes wordt steeds groter: eerst 11 meter, dan 33, dan 100, dan 300, dan 900. Lembrechts: 鈥淥p deze manier kunnen we inzichtelijk krijgen wat het effect is van bijvoorbeeld stikstof en klimaatveranderingen op de biodiversiteit, maar ook op welke schaal beheer het zinvolst is. Wat werkt er nou het beste om de biodiversiteit te beschermen?鈥
Het plan is om de monitoring jarenlang vol te houden. Lembrechts: 鈥淒oor continu te meten op de lange termijn, krijgen we een goed beeld van de variatie in biodiversiteit. Wanneer er nu naar langetermijnveranderingen in biodiversiteit wordt gekeken, gaat men vaak uit van twee punten die jaren uit elkaar liggen. Maar als het in het ene jaar relatief droog is in het voorjaar, en in het andere jaar juist nat, dan weet je niet zo goed wat je nou vergelijkt.鈥

Geen wedstrijd
Maar wanneer gaat het nou eigenlijk goed met de biodiversiteit? Lembrechts geeft aan dat het geen wedstrijd is om de meeste soorten: 鈥淗et gaat om gemeenschappen van planten die goed functioneren. Kijk je bijvoorbeeld naar heidevelden, dan vind je daar niet de grootste aantallen plantensoorten. Maar het zijn wel vaak specifieke soorten die je alleen daar vindt.鈥
Meedoen?
De methode die gebruikt wordt in het project is niet alleen eenvoudig, hij is ook veelzijdig. De aanpak biedt studenten de kans om deelprojecten op te pakken en eigen onderzoeksvragen te beantwoorden. Zo wordt er in Zeeland nu ook in kaart gebracht hoe de biodiversiteit op schoolpleinen verandert, nadat deze vergroend zijn. Studenten die interesse hebben in het project, kunnen zich melden bij Jonas Lembrechts.
Hoewel de methode relatief weinig tijd kost, is het natuurlijk wel heel veel werk om de biodiversiteit in heel Nederland in de gaten te houden. Daarom roept Lembrechts alle ecologen in Nederland op om aan het project mee te doen. Heb je interesse, lees dan en neem contact met hem op.