Promotie: Waarom bedrijven procederen bij civiele rechtbanken
Op 9 mei 2025, om 16.15 uur verdedigt Diogo Leitao Requena zijn proefschrift How and Why Organizations Litigate: Empirical Evidence from Dutch Commercial Court Cases.
Het doel van het proefschrift van Diogo Leitao Requena is om te begrijpen hoe en waarom bedrijven en andere organisaties (zoals lokale overheden, stichtingen, de staat) procederen voor de Nederlandse civiele rechter. Het gaat dan om handelszaken over bijvoorbeeld faillissementen, contractuele geschillen, intellectuele eigendom en schade voor derden.
Hij onderzoekt drie verschillende vragen over dit onderwerp. Ten eerste, waarom het aantal handelszaken sinds het einde van de financi毛le crisis is afgenomen. Ten tweede, of het aangaan van handelszaken (als eiser of gedaagde) de kans vergroot om betrokken te raken bij een faillissementsprocedure. En ten derde, of proceservaring van belang is voor de processtrategie van organisaties. Om specifieker te zijn, onderzoekt hij of meer ervaren organisaties langer of korter durende rechtszaken hebben.
Om deze vragen te kunnen beantwoorden, gebruikte hij kwantitatieve methoden in het onderzoeken van de administratieve gegevens van de Nederlandse rechtspraak en interviewde hij experts (rechters, advocaten en andere juridische experts) om verklaringen te vinden.
De resultaten geven aan dat:
- De daling van het aantal handelszaken is zowel conjunctureel (afhankelijk van de economische ontwikkelingen) als structureel, waarbij factoren als stijgende proceskosten en toenemende voorspelbaarheid van de rechtbank een essenti毛le rol spelen bij de daling.
- Zowel gedaagden als eisers hebben een verhoogde kans op een faillissementsprocedure (als gedaagde) na het ontstaan van andere handelszaken. Het onderzoek vond echter geen sterke aanwijzing voor een besmettingseffect, aangezien eisers die in rechtbanken te maken krijgen met financieel noodlijdende gedaagden geen grotere kans hebben om in een faillissementsprocedure te belanden dan eisers die te maken hebben met niet-financieel noodlijdende gedaagden.
- Ervaren procederende partijen hebben korter durende zaken in de rol (eiser of gedaagde) waarin zij ervaring hebben. Dit kan worden ge茂nterpreteerd als een leereffect voor rechtzoekenden en niet als rechtzoekenden die misbruik maken van het rechtssysteem om ongunstige uitspraken uit te stellen.
Toenemende ongelijkheid tussen procederende bedrijven
Nederlandse rechtbanken verliezen hun waarde niet, ook al neemt het aantal zaken af, stelt Diogo Leitao Requena. De zaken die wel voor de rechter komen, zijn complex en gaan over meer geld. Hierdoor, en omdat de werkdruk als gevolg van de complexiteit toeneemt, zijn er ook meer juridische kosten mee gemoeid.
Bedrijven centraliseren hun juridische beslissingen steeds meer en hebben vaak hun eigen juridische afdeling. En sinds de financi毛le crisis zijn met name banken meer gericht op het voorkomen van geschillen in een eerder stadium, omdat ze advocaten actiever lijken te betrekken bij het opstellen van contracten.
Uit de onderzoeksgegevens blijkt dat er sprake is van een kleine zorgwekkende trend in de toegang tot het recht, aangezien de kosten zijn gestegen en bedrijven met meer ervaring beter lijken te presteren. Dat kan een nadeel zijn voor kleinere bedrijven ten opzichte van grotere, omdat de relatieve kosten van een zaak voor een kleiner bedrijf aanzienlijk hoger zullen zijn.
Diogo Leitao Requena is docent en als promovendus verbonden aan de Utrecht University School of Economics (U.S.E.).
- Begindatum en -tijd
- Einddatum en -tijd
- Locatie
- Promovendus
- D. Leitao Requena
- Proefschrift
- How and Why Organizations Litigate: Empirical Evidence from Dutch Commercial Court Cases
- Promotor(es)
- Prof. dr. W.H.J. Hassink
- Prof. dr. F. van Dijk
- Prof. dr. mr. R.R. Verkerk
- Meer informatie